Nederlands Strijkers Gilde
Orkest | Nederlands Strijkers Gilde |
Reeks |
2024 - Een tweede thuis |
Dirigent |
Konradin Herzog |
Solist | 1 Joost Willemze, harp |
Programma |
Erwin Schulhoff (1894-1942) was geboren in Praag, maar met een Duitstalige achtergrond. In veel van zijn composities was hij op zoek naar experiment en confrontatie. Hij haalde zijn inspiratie uit zowel jazz als het Dadaïsme en vermengde dat met de meer traditionele vormen zoals soloconcert, cantate, symfonie en strijkkwartet. Dit leverde hem lang niet altijd bijval en erkenning op. Als overtuigd communist werd zijn muziek in Duitsland, waar hij toch geregeld werkte, vanaf de jaren ’30 entartet verklaard waardoor uitvoeringen daar onmogelijk werden. Na zijn verblijf in Duitsland woonde hij vanaf 1923 weer in Praag en werkte daar tot de annexatie van Tsjecho-Slowakije in 1939, waarna hij moest onderduiken. Ondanks een poging om met een toegekend Sovjet-staatsburgerschap in de Sovjet-Unie een echt nieuw thuis te vinden, werd hij opgepakt en overleed in gevangenschap aan tuberculose. Bij zijn terugkomst in Praag kreeg hij een positieve recensie over zijn nieuwe 5 stukken voor strijkkwartet. Het NSG is verheugd deze dit jaar in een nieuwe versie voor strijkorkest te mogen spelen. De jonge Nederlandse componist Rick van Veldhuizen (geboren in 1994) schreef in 2019 zijn werk Mais le corps taché d’ombres op basis van het gedicht Le condamné à mort van de Franse dichter Jean Genet (1910-1986). Dit had moeten zijn voor symfonieorkest voor het Mahler Festival 2020 van het Amsterdamse Concertgebouw als voorbode voor Mahlers 9de symfonie. Ook Mahlers onderzoek naar de grens tussen leven en dood, schoonheid en pijn, inspireerde Van Veldhuizen tot het schrijven van dit stuk. De versie die uiteindelijk na revisie in 2021 in première ging met het Koninklijk Concertgebouw Orkest, was voor harp en strijkorkest in een programma met Mahlers 5de symfonie. Het vond in die programmering naast het beroemde Adagietto met dezelfde bezetting zijn tweede thuis. Dit was echter in de tijd van de COVID-19-pandemie een concert zonder publiek. Het orkest nam het stuk het jaar erna mee op tournee door Nederland, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Arabische Emiraten. In dit programma stond het dan toch in combinatie met de oorspronkelijk bedoelde 9de symfonie van Mahler. Het NSG voelt zich vereerd dat, in samenwerking met de componist, dit jaar het stuk uitgevoerd zal worden in een versie voor harp met een compacter strijkorkest. Twee werken op het programma zijn van Britse componisten: William Alwyn (1905-1985) en Benjamin Britten (1913-1976). Zij verschilden niet veel in leeftijd en aan het eind van hun leven woonden ze op slechts 20 km van elkaar. Verder waren ze toch heel verschillend. Alwyn was al op zijn 21ste professor aan de Royal Academy of Music, waar hij ook gestudeerd had, en schreef gedurende zijn loopbaan naast werken voor orkest, opera’s en kamermuziek opvallend veel filmmuziek. In een tijd dat er veel op het gebied van atonale muziek geëxperimenteerd werd, bleef hij vasthouden en geloven in de tonale muziek. Dit is ook duidelijk in zijn werk voor solo harp en strijkorkest Lyra Angelica. Door zijn liefde voor metafysische dichters gebruikte hij werk van Giles Fletcher als basis met een citaat bij ieder deel. Lyra Angelica werd beroemd in 1998 toen de Amerikaanse kunstrijder Michelle Kwan haar kür reed op deze muziek tijdens de Olympische Winterspelen. De romantisch en lyrisch stromende solo zal vertolkt worden door de jonge harpist Joost Willemze. Britten was van jongs af het compositorische talent van het Verenigd Koninkrijk en heel veel mensen zullen als kind zijn Young Person’s Guide naast Prokofievs Peter en de wolf gehoord hebben. Zo soepel als Alwyns carrière liep, liep de carrière van Britten niet. Hij ontworstelde zich aan zijn kostschool en vond bij zijn compositieleraar Frank Bridge een tweede, muzikaal thuis tijdens zijn opleiding. Al waren veel composities in zijn jonge jaren al een succes, toch moest Britten ook vechten tegen het behoudende klimaat in Engeland. Niet alleen tegen het bekrompen Suffolk waar hij opgroeide, maar ook vanwege de Britse behoudende krachten rond muzikale vernieuwing, zijn seksuele voorkeur (hij was homo) en zijn pacifistische houding. Hierdoor en door de dreiging van de Tweede Wereldoorlog zocht Britten in Amerika een tweede thuis. Eén van de werken die het daar bij zijn aankomst in 1939 goed deed was zijn relatief nieuwe Variations on a theme of Frank Bridge uit 1937. Britten had deze binnen een paar maanden geschreven voor het (strijk)orkest van Boyd Neel tijdens de Salzburger Festspiele. Hij schreef de Variaties met een hoop liefde en waardering voor de man die naast leraar hem ook muzikaal echt thuis had laten voelen. In het werk liet hij allerlei karaktereigenschappen van Frank Bridge terugkomen en naast het thema uit Bridge’s tweede Idylle voor strijkkwartet ook elementen uit de andere twee ‘Idylles’. Nog voor de officiële Salzburgse première had het stuk zijn allereerste publieke uitvoering via de radio: vanuit Hilversum! Nog een extra reden om het stuk ook weer een thuis in de Nederlandse concertzalen te geven. Tekst: Rogier Brand |
Concerten |
|
| |
| Reeks | Periode | Werken van | Concerten in |
| 2024 - Een tweede thuis |
jul 2024 | Alwyn, Britten, Schulhoff, van Veldhuizen | Amsterdam, Utrecht, Zwolle |
| 2023 - Licht in de verte |
jul 2023 | Abrahamsen, Atterberg, Elgar, Tüür | Amsterdam, Utrecht, Zwolle |
| 2022 - Ademloos |
jul 2022 | Corigliano, Golijov, Schneider | Den Haag, Ede, Utrecht |
| 2021 - NSG b(l)oeit |
jul - aug 2021 | Hartmann, Ketting, Shostakovich, Vasks | Amsterdam, Ede, Utrecht |
| 2019 - Nederlanders van Wereldklasse: een dijk van een oeuvre |
jul 2019 | Andriessen, Badings, Escher, ter Veldhuis | Amsterdam, Utrecht, Zutphen |
| 2018 - NSG Danst! |
jul 2018 | Adams, Bacewicz, Kulenty, Lutosławski, Suykerbuyk | Den Haag, Enschede, Utrecht |
| 2017 - Wereldcyclus: oost ontmoet west |
jul 2017 | Diamond, Dun, Prokofiev, Ruggles, Takemitso | Amsterdam, Nijmegen, Utrecht |
| 2016 - Verre streken: een diaspora van klank |
jul 2016 | Pärt, Schönberg, Weinberg, ter Veldhuis | Amsterdam, Leiden, Utrecht |
| 2015 - Oud en nieuw |
jul 2015 | Górecki, Korngold, Shlomowitz, van Beethoven | Leiden, Nijmegen, Utrecht |
| 2014 - (Ont)spanning |
jul 2014 | Herrmann, Klankdokters, Vaughan Williams, Walton | Amsterdam, Delft, Utrecht |
| 2013 - NSK 20 jaar: grenzeloos geluid |
jul 2013 | Bartók, Copland, Greenwood, Kapok | Amsterdam, Den Haag, Oostum, Utrecht |
| 2012 |
jul 2012 | Fontyn, Honegger, Poulenc, Vasks | Amsterdam, Eindhoven, Leiden |
| 2011 |
aug 2011 | Bartók, Keuris, Pärt, Rautavaara, Stravinsky | Amsterdam, Leiden, Utrecht |
| 2010 |
jul 2010 | Andriessen, Badings, Britten, Purcell | Delft, Groningen, Utrecht |
| 2009 |
jul 2009 | Bruynel, Glass, Ligeti, Pärt, Shostakovich | Amsterdam, Delft, Groningen |
| 2008 |
| Schoeck, Schönberg, Schreker | |
| 2007 |
| Bacewicz, Demirel, Hartmann, Shostakovich | |
| 2006 |
jul 2006 | Barber, Copland, Haas, Vleggaar | Amsterdam, Groningen, Utrecht |
| 2005 |
jul 2005 | Bartók, Boogers, Hartmann, Schulhoff | Amsterdam, Groningen, Utrecht |
| 2004 |
jul 2004 | Bulsink, Larsson, Lutosławski, Piazzolla | Groningen, Leiden, Maastricht, Utrecht |
| 2003 |
jul 2003 | Berkeley, Moulijn, Shostakovich | Groningen, Leiden, Utrecht |
| 1993 |
| Glazoenov, Prokofiev, Shostakovich | |
| 1994 |
| Bartók, Britten, Hindemith | |
| 1995 najaar |
| Andriessen, Britten, Hindemith | |
| 1995 zomer |
| Barber, Britten, Smit | |
| 1996 |
| Mahler, Strauss, Suk, Webern | |
| 1997 najaar |
| Andriessen, Dijker, Kleppe | |
| 1997 zomer |
| Bartók, Havelaar, Shostakovich | |
| 1998 |
| Copland, Piazzolla, Prokofiev, Rota | |
| 1999 |
| Adams, Barber, Stravinsky, Takemitso | |
| 2000 |
| Britten, Prokofiev, Shostakovich | |
| 2001 |
| Escher, Jolivet, Stravinsky | |
| 2002 |
| Berg, Hindemith, Mozart, Webern | |
|