In 1876 schreef Tsjaikovski het ballet 'het Zwanenmeer'. Dit ballet is het eerste van de 3 balletten die hij zou schrijven. De muziek speelt in dit ballet een zeer belangrijke rol . Het is een van de meest uitgevoerde balletten ter wereld geworden en geldt dan ook als een van de hoogtepunten van het klassiek-romantische balletgenre. De Zwanenmeer Suite die gespeeld zal worden bestaat uit 4 delen. Deze delen bevatten de belangrijkste en bekendste melodieën uit het oorspronkelijke ballet.

De Dans Suite van Bartók, uit 1923, is geschreven in de trant van de volksmuziek. Maar de motieven en ritmen zijn Bartók's eigen vinding. De delen zijn geschreven vanuit verschillende types volksmuziek. Het steeds terugkerende intermezzo-thema vormt echter een continuïteit die zelden in andere werken van Bartók wordt gevonden. De derde dans is zo rijk dat deze op zichzelf een suite vormt waarin ritmen van verschillende etnische stammen klinken. De ‘Dans Suite’ is, als een van de weinige folklore stukken van Bartók, lang en gestructureerd genoeg om een wezenlijk onderdeel van een concertprogramma te vormen.

De pianoconcerten van Brahms kunnen het best beschouwd worden als symfonieën met belangrijke solo-partijen. Het tweede pianoconcert staat bekend als de moeilijkste wat de solo-partij betreft. Het stuk toont Brahms van zijn meest romantische kant. De mysterieuze beginmaten van de hoornsolo in het eerste deel ‘Allegro non tropo’ zijn een vondst op zichzelf. Het tweede deel, ‘Allegro appassionato’, is een scherzo waarin het thema door orkest en piano op stormachtige wijze wordt ontwikkeld. In het ‘Andante’ valt vooral de melodieuze cello-solo in de orkestpartij op. Het pianoconcert eindigt met een ‘Allegretto grazioso’.