John Williams werd geboren in Flushing, Queens in New York op 8 februari 1932. Hij was de oudste zoon uit het gezin van Esther en Johnny Williams. Zijn vader, een jazzdrummer, was een van de oorspronkelijke leden van het Raymond Scott Quintet en was later percussionist in het CBS Radio Orchestra en in het NBC's Your Hit Parade. Muziek speelde dus al van jongsaf aan een belangrijke rol in de jeugdjaren van John, zijn broers Jerry en Don en in dat van zijn zus Joan. Vanaf zijn zevende jaar leerde hij al piano spelen, later ook trombone, trompet en klarinet. In 1948 verhuisde het gezin naar Los Angeles, waar zijn vader freelancer was bij vele filmstudio-orkesten. Nadat hij in 1950 afgestudeerd was aan de North Hollywood High School, waar hij muziekstukjes arrangeerde en componeerde voor het schoolorkest, volgde John Williams cursussen piano en compositie aan het UCLA en volgde privé-lessen bij pianist-arrangeur Bobby van Eps. Als oudste zoon uit het gezin, stond het immers als een paal boven water dat John dezelfde weg, de muzikale weg, van zijn vader zou inslaan en muzikant zou worden. John Williams koos ervoor pianist te worden, piano was namelijk zijn favoriete instrument. Hij componeerde zijn eerste serieuze werk, een pianosonate, als een negentienjarige student. Opgeroepen in 1951 ging hij voor drie jaar naar de United States Air Force. Tijdens zijn legerdienst, dirigeerde en arrangeerde hij voor het dienstorkest. Opleiding Na zijn ontslag in 1954 keerde hij voor studies terug naar New York en bracht hij een jaar door aan de befaamde Juilliard School of Music als pianostudent bij Rosina Lhevinne. Om aan de kost te komen, werkte hij 's avonds als pianist in jazzclubs. Na dat jaar keerde hij terug naar zijn familie in Los Angeles. In 1956 werd hij gehuurd door Colombia Pictures, één van de grote filmmaatschappijen, en kwam onder de leiding van dirigent Morris Stoloff. Zo kwam hij terecht in Stoloffs Colombia Pictures Orchestra, waar zijn vader tevens lid van was. Ondertussen was hij ook nog begeleider van zanger Vic Damone. Later verhuisde Williams van filmmaatschappij: hij ging nu naar 20th Century Fox, waar hij speelde voor componist Alfred Newman. Hij leerde ook vele andere grote filmcomponisten kennen, o.a. Bernard Herrmann, Franz Waxmann, Elmer Bernstein, Jerry Goldsmith, Adolph Deutch, Henry Mancini en Dimitri Tiomkin. De studiocomponisten merkten het talent van John Williams al vlug op, moedigden hem aan en gaven hem inspraak in het arrangeren en componeren. Op universitair vlak zat hij ook niet stil: hij volgde studies bij Arthur Olaf Anderson en privé bij de Italiaanse componist Mario Castelnuovo-Tedesco. Vroege werk Met de TV-film Because They're Young zette hij zijn eerste stappen in TV- en filmland. Hij werd gevraagd voor allerhande TV-shows en, aangemoedigd door familie en vrienden, koos Williams ervoor zijn brood te verdienen met het componeren voor TV (hij was aanvankelijk van plan geweest pianist te worden). De TV zorgde overvloedig voor werk, hij verzorgde episodes in drama's zoals Mod Squad, westerns zoals Wagon Train en bekende komische series zoals Gilligan's Island en Bachelor Father. Maar met de serie Checkmate in 1960 begon Williams echt van zich te laten horen, het was zijn eerste score die commercieel bedoeld was. In 1962 deed hij zijn eerste film voor het witte doek, namelijk Diamond Head. Daarna werkte hij een beetje aan de serie Kraft Suspense Theater. Begin de jaren '60 bewees hij een talentvol componist te zijn en verzorgde melodrama's (The Secret Ways), westerns (The Rare Breed), thrillers (Daddy's Gone-A Hunting), oorlogsfilms (None but the Brave) maar meestal komedies zoals Bachelor Flat, Gidget Goes to Rome, John Goldfarb Please Come Home, How To Steal A Million en de Dick van Dyke film Fitzwilly. Hij werd ook gehuurd door Irwin Allen om TV-series te voorzien van muziek, zoals Lost In Space, Time Tunnel en Valley of the Giants. Terwijl hij scores bleef afleveren, ontstond er een goede band tussen Williams en Allen met als resultaat (in de vroege jaren '70) een reeks prachtige scores voor rampenfilms zoals The Poseidon Adventure (1972), The Towering Inferno (1974) en Earthquake (1974). Maar voor hij dezen schreef, componeerde hij in 1969 de score voor The Reivers. Deze score is een eerbetoon aan een pionier in de Amerikaanse muziek: Aaron Copland, een goede vriend van Williams. Ook nog in de jaren '70 schreef hij een score voor de John Wayne-film The Cowboys (1972), voor Robert Altmans Images (1972), verder nog oa. The Paper Chase (1973), The Long Goodbye (1973), Cinderella Liberty (1973) en Conrack (1974). Begin samenwerking met Steven Spielberg In 1974 werd John Williams benaderd door een jonge regisseur, die, naar aanleiding van de score voor The Reivers, aan Williams vroeg of hij zijn debuutfilm wou voorzien van muziek. Williams stemde in en dit was, zonder dat ze het zelf wisten, het begin van een lange samenwerking, één van de langste in de geschiedenis van de film. De naam van die regisseur was Steven Spielberg. Williams heeft sindsdien alle films van Spielberg, behalve eentje, The Color Purple, van muziek voorzien. Hun samenwerking begon in 1974 met The Sugarland Express (waarin de muziek het vertrek van de stoomtrein weergeeft en typische "Wild West"-mondharmonica solo's van Toots Thielemans), in 1975 volgde Jaws. De score voor Jaws bombardeerde John Williams meteen tot de besten van alle filmcomponisten. Onmiddellijk na Jaws componeerde hij de muziek voor The Eiger Sanction (1975), Midway (1976), een teleurstellende WOII-film, The Missouri Breaks, een Marlon Brando western, Family Plot, de laatste film van Alfred Hitchcock, Black Sunday (1977) en vele anderen. De grote doorbraak In 1977 raadde Spielberg Williams aan toen George Lucas iemand zocht voor zijn film Star Wars... De score van Star Wars (1977) (de uit de kluiten gewassen symfonische score die twee LP's omvat, behoort tot de best verkochte filmmuziek ooit) is de geschiedenis ingegaan als één van de belangrijkste, zoniet de belangrijkste symfonische oeuvres uit de 20ste eeuw, waardoor Williams pas echt bekend werd. Hij werd bekroond met oa. de Oscar voor beste muziek (reeds zijn derde) en drie Grammy Awards. De score van Star Wars werd het onderwerp van vele opnames en concerten over de hele wereld. Toen het Oregon Orchestra een Star Wars-concert hield in januari 1978 kreeg het 12000 mensen in het Portland Colisseum. Na de muziek voor Star Wars, componeerde Williams de score voor de Spielberg film Close Encounters of the Third Kind (1977), voor The Fury, voor Superman (1978) en voor Dracula (1979). Dirigent van de Boston Pops Na de dood op 10 juli 1979 van Arthur Fielder als dirigent van de Boston Pops Orchestra kwam het Committee for the future of the Pops samen om een nieuwe dirigent te zoeken die kon verderbouwen op de Fielder traditie en die de zware taak aankon het beroemdste symfonische orkest van de Verenigde Staten te leiden. In de zomer van 1979 had men het aantal kanshebbers al verminderd tot vijf: de assistent-dirigent van de Pops, Harry Ellis Dickson, de dirigent van het Cincinnati Orchestra, Erich Kunzel, de orkestleider en TV-persoonlijkheid Mitch Miller, de dirigent van de symfonie van Flint, Michigan, John Covelli en John Williams. Op 10 januari 1980 verklaarde het Symphony Management dat het een driejarig contract had gesloten met John Williams, die zo de negentiende dirigent werd van de Boston Pops. Alhoewel Arthur Fielder een autoriteit was, werd Williams na zijn debuutconcert met de Pops op 22 januari 1980 zowel door publiek als door de critici met enthousiasme onthaald. John Rockwell van de New York Times, die vele mensen met zijn kritiek neerhaalde, schreef: The crisply efficient performances he elicited from the orchestra suggested that the Pops chose wisely. Williams trouwde ook voor de tweede keer in 1980. De jaren '80 begonnen allerminst rustig: eerst de bekende score voor de Indiana Jones-film Raiders of the Lost Ark (1981), dan de oscarwinnende score voor Spielbergs kaskraker E.T. the Extra-Terrestrial (1982). Verder waren er ook nog de scores voor de Star Wars-sequels The Empire Strikes Back (1980) en The Return of the Jedi (1983), de scores voor Indiana Jones and the Temple of Doom (1984), The River (1984), The Accidental Tourist (1988) en Always (1989). Met Presumed Innocent (1990), Home Alone (1990) (een score vol kerstliedjes), Hook (1990), JFK (1991) en Far and Away (1992) gingen we de jaren '90 binnen. Hij bleef scores componeren, namelijk voor Jurassic Park, en een oscarwinnende score voor Spielbergs Schindler's List (1993), een meesterwerk in zwart-wit over de pogingen van Oskar Schindler om mensen te redden van de Jodenvervolgingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Pensioen Toen Williams in 1980 aangesteld werd als dirigent van het Boston Pops Orchestra, betrof het aanvankelijk een driejarig contact, maar het werd telkens verlengd. Hij was gedurende twaalf jaar dirigent tot hij in 1993, op zijn 55ste, op pensioen ging. Maar met pensioen gaan betekent niet stoppen met werken, volgens John Williams, en hij bleef componeren: namelijk voor Sydney Pollacks Sabrina (1995), Barry Levinsons Sleepers (1996), The Lost World: Jurassic Park (1997), Spielbergs vervolg op het recordverbrijzelende Jurassic Park, Jean-Jacques Annauds Seven Years in Tibet (1997), Steven Spielbergs werk over de negerslaverij Amistad (1997) en WOII-film Saving Private Ryan (1998). Persoonlijk John Williams' vrouw waarmee hij al negentien jaar getrouwd was, stierf in 1974 aan hersenbloedingen. Hij trouwde een tweede maal op 9 juni 1980 in King's Chapel House in Boston met Samantha Winslow, een fotografe en binnenhuisarchitecte die hij in Hollywood al vijf jaar kende. Hoewel hij in Boston woont, houdt hij de banden met Los Angeles strak door zijn interesse in filmmuziek en omdat zijn familie er woont. Zijn zoons Joseph en Mark hebben er hun muzikale carrières, zijn dochter Jennifer een dokterspraktijk en zijn gepensioneerde ouders wonen er nog steeds. Nu hij met pensioen is, legt hij zich toe op zijn hobby's (golf, tennis, kamermuziek maken met vrienden), maar blijft ondanks alles werken.
|