Het Nieuw Kamer Orkest Het Nieuw Kamer Orkest is een pas sinds 17 juni 2008 bestaand kamerorkest dat bestaat uit 45 jonge talentvolle musici, verbonden aan een conservatorium in Nederland. Studenten van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, het Conservatorium van Amsterdam, het Utrechts Conservatorium en het Codarts Conservatorium in Rotterdam treffen elkaar in een unieke bezetting en worden uitgedaagd om in een paar repetities een boeiend repertoire in te studeren en te schitteren op mooie concertpodia van Nederland. Het derde project van het NKO heeft plaats in november. Hier een nadere toelichting op het programma. Gian Carlo Menotti (1911-2007) - The Telephone or l'Amour a trios (1947) Gian Carlo Menotti bracht veel tijd door in het ouderlijk huis van één van zijn medestudenten: Samuel Barber. Na hun afstuderen kochten Barber en Menotti samen een huis en een veertig jaar durende werk- en liefdesrelatie zou volgen. In deze periode was Menotti zeer productief, voornamelijk als operacomponist. Hij schreef tientallen opera's waarvan er twee werden bekroond met een Pulitzer Prize. Menotti's opera's worden gekenmerkt door een verraderlijke eenvoud. Er is echter altijd een diepere boodschap te vinden in de werken van Menotti, daarom zou het onterecht zijn om zijn werk af te doen als oppervlakkig en plat vermaak voor het grote publiek. Hij gebruikt deze toegankelijkheid juist om een groter publiek in aanraking te kunnen laten komen met de schoonheid van de kunst. Gedurende zijn lange carrière heeft hij vaak genoeg benadrukt hoe belangrijk hij het vindt dat kunst geen eliteaangelegenheid is, maar iets van iedereen. In The telephone wordt zowel Menotti's gevoel voor romantiek, als zijn geweldige gevoel voor humor tentoongespreid; variërend van subtiele grapjes tot ware slapstick. De opera heeft slechts drie rollen: Lucy, Ben (beide vernoemd naar vrienden van de componist) en de telefoon. Lucy is een ware phonofiel en dat maakt het voor Ben onmogelijk om tot haar door te dringen en haar te vertellen wat hem zo zwaar op het hart ligt. Maurice Ravel (1875 - 1937) - Don Quichotte à Dulcinée (1933) Don Quichotte à Dulcinée is het laatste voltooide werk van Ravel voordat hij door een neurologische aandoening in de laatste jaren van zijn leven helemaal niet meer in staat was te componeren. Het stuk bestaat uit drie liederen op teksten van Paul Morand en was bedoeld voor een film van de Oostenrijkse filmmaker Georg Wilhelm Pabst met in de hoofdrol de beroemde bariton Feodor Chaliapine. Uiteindelijk heeft Jaques Ibert de muziek voor deze film moeten verzorgen wegens het te trage componeren van Ravel. Ondanks deze tegenslag gingen de liederen in 1934 in première en waren gelijk een groot succes. Het Iberische vuur dat altijd heeft gebrand in Ravels hart (een geboren Bask) is duidelijk te horen in deze vertelling van het beroemde verhaal van Don Quichotte, maar bovenal hoor je ook in zijn laatste compositie hoe Ravel zijn kunst benaderde: "Muziek moet altijd mooi zijn". Samuel Barber (1910 - 1981) - Knoxville: Summer of 1915 (1947) Rond dezelfde tijd als Menotti The Telephone schrijft, werkt Samuel Barber aan Knoxville: Summer of 1915. Waar Menotti zijn libretto's en teksten bijna altijd zelf schreef, gebruikte Barber meestal teksten van anderen. Knoxville: Summer of 1915 is geschreven op gedeeltes uit de prachtige gelijknamige tekst van James Agee uit 1938. De prozaïsch-poëtische tekst van Agee is autobiografisch en zet een sfeerbeeld neer van een warme zomeravond in Knoxville, Tennessee. Barber was altijd een grote bewonderaar van het werk van Agee, maar met deze tekst had hij een bijzondere affiniteit: "I had always admired Mr. Agee's writing and this prose-poem particularly struck me because the summer evening he describes in his native southern town reminded me so much of similar evenings, when I was a child at home." In 1915 zijn zowel Barber als Agee vijf jaar oud. Voor Agee was dit een significant jaar; zijn vader was ziek en zou nog geen jaar later sterven, hij omschrijft het zelf als "the point around which my life began to evolve". De tekst wordt verteld vanuit het perspectief een vijfjarige Agee en heeft een groot gevoel van nostalgie over zich. "We are talking now of summer evenings in Knoxville Tennessee in the time that I lived there so successfully disguised to myself as a child." Dit is de openingszin van de tekst van Agee, die Barber uiteindelijk niet in zijn werk heeft opgenomen. Deze zin geeft echter wel goed het ambivalente, nostalgische karakter van het werk weer. De compositie die Barber maakte over deze tekst, heeft hij opgedragen aan zijn eigen vader, Roy Barber, die enkele maanden later overleed. Oorspronkelijk was het werk geschreven voor zangstem en symfonieorkest, maar de meer intieme kamerorkestversie van drie jaar later kreeg van Barber de voorkeur, en deze zal ook door ons worden uitgevoerd. Franz Schreker (1878 - 1934) - Kammersymfonie (1916) Tegenwoordig is de Oostenrijkse componist Franz Schreker relatief onbekend en wordt dan ook maar zelden uitgevoerd. In het begin van de 20ste eeuw was dat echter wel anders! In de Duitse operahuizen was Schreker vaker te horen dan componisten als Wagner en Richard Strauss en zijn operaproducties stonden vaak tot wel zeven keer per jaar op de planken. In de jaren '30 veranderde echter het politieke klimaat in Duitsland en daarmee sloeg ook Schrekers fortuinlijkheid om. Hij werd opgenomen in de beruchte lijst van componisten van zogenaamde Entartete muziek. Onder ontaarde muziek werd nationalistische muziek verstaan, maar ook bijvoorbeeld atonale of andere avant-garde muziek. In het geval van Schreker was echter zijn Joodse afkomst genoeg om op de zwarte lijst te komen en voor zijn ontslag als directeur van de Musikhochschule in Berlijn. Van alle eer beroofd stierf Franz Schreker een aantal jaar later als gevolg van een hartaanval. De stijl van Schreker is moeilijk te beschrijven; impressionistisch, romantisch, expressionistisch. Één ding wat echter altijd te horen is in zijn muziek is zijn voorliefde voor dramatiek. Ook in de Kammersymfonie is deze voorliefde duidelijk te horen. De prachtige kleuren en melodieën maar ook de ongewone bezetting, met voor alle strijkers een aparte partij en maar liefst drie klavierinstrumenten, zullen het voor het orkest zowel een genot als een uitdaging maken om te spelen. |