Ton de Leeuw (16 november 1926, Rotterdam - 31 mei 1996, Parijs, Frankrijk) |
Geboren in Rotterdam, 1926. Nederlands componist. De Leeuw studeerde o.a. bij Louis Toebosch, Henk Badings en Olivier Messiaen, en verdiepte zich van 1954 tot 1956 bij Jaap Kunst in de etnomusicologie. In zijn eerste werken toonde hij zich zeer verbonden met de seriƫle technieken, zoals in het radiofonisch oratorium Job (1956); daarna kwam hij door zijn studie bij Jaap Kunst en een reis door India in 1961 onder invloed van de oosterse muziek. Later hanteerde hij een steeds lossere, experimentele stijl, waarbij hij ook elektronische middelen gebruikte. Zijn groot en veelzijdig oeuvre, dat o.a. werd bekroond met de Matthijs Vermeulenprijs en de Johan Wagenaarprijs, wordt gekenmerkt door een streven naar evenwicht en harmonie. Tot zijn bekendste werken behoren: de opera's De droom (1963) en Antigone (1993), Haiku II voor sopraan en orkest (1968), Gending voor gamelanorkest (1975) en Car nos vignes sont en fleur voor koor (1981). Daarnaast schreef hij o.m. het standaardwerk Muziek van de twintigste eeuw (1964). Overleden in Parijs, 1996.
|
|