Webpodium.nl
Online podium voor Nederlandse orkesten
Concertagenda Orkesten Podia Zoeken

Holland Baroque Society

OrkestHolland Baroque Society  Website
Reeks From Sigh to Ecstasy januari 2010
Muzikale leiding Fred Jacobs
Solist1 Emma Kirkby, sopraan
Programma Programmatoelichting From Sigh to Ecstacy

‘This precious stone, set in the silver sea’, zo noemt Shakespeare Engeland in zijn ‘King Richard II’. Een eiland, dat tegenwoordig door de kanaaltunnel onderhevig is aan meer buitenlandse invloeden dan vele britten welgevallig is: ‘The British way of life’ wordt bedreigd!
Maar, zeker ook muzikaal is er altijd uitwisseling geweest: van de tijd van Willem de veroveraar, denk aan het schitterende Tapis de Bayeux, tot de Italiaanse madrigalen, die in Engeland zo’n succes hadden dat ze ‘geïntegreerd’ werden. Ook de Franse (barok)muziek had in dit land grote invloed, meer nog dan in de rest van Europa.
Toch heeft Groot-Brittannië altijd een eigen muzikale taal gekend, een taal die zich vaak geen zier aantrok van de ontwikkelingen op ‘het continent’. Feit is dat Groot-Brittannië van Tallis, Byrd en Purcell tot Elgar, Walton en Britten kan bogen op een ongemeen boeiende muziekgeschiedenis, die anders dan men vaak denkt ook tussen Purcell en Elgar bloeide en groeide.
Neem nu alleen al het driemanschap van dit programma: een geniale, helaas vroeg overleden leerling en twee mentoren, waarvan de ene zijn leerling ver overleefde.
De oudste van de twee is misschien wel de meest onbekende van de drie: Matthew Locke. Opgeleid als organist, door o.a. Edward Gibbons, een broer van de bekendere Orlando Gibbons, speelde hij een belangrijke rol in het ontstaan van de typisch Engelse ‘masque’, een enigszins op de Franse opera gelijkende muzikale vorm, met veel gesproken woord, dansen, korte koren e.d. In feite toneel met muziek. Zijn muziek bij ‘The Tempest’ (naar Shakespeare) wordt wel beschouwd als een van de oudste Engelse opera’s.
Ook John Blow, een leerling van een zoon van Orlando Gibbons en de man die wellicht nog meer invloed heeft uitgeoefend op Purcell, was organist. Enigszins treurig is natuurlijk dat een van zijn meest gespeelde werken zijn ‘Ode on the Death of Purcell’ is: een docent die zijn eigen leerling moet bewenen. Van hem hoort u naast een Chaconne op een gelijkblijvende bas (de vorm kwam via Spanje uit de Nieuwe Wereld) ook een aantal vocale werken. En u zult het horen, Blow geldt niet voor niets als de grootste Engelse barokcomponist voor zijn leerling, vriend opvolger als organist aan Westminster Abbey: Henry Pucell. Woorden schieten te kort om de genialiteit van deze componist te beschrijven. Purcell paart een groot gevoel voor de Engelse traditie, denk aan zijn gamba-fantasy’s, aan een even grote gevoeligheid voor zowel de Franse als de Italiaanse stijl. Zijn in muziek overgezette beheersing van de Engelse taal is voorbeeldig. Hij kan alles: diep ontroeren, in extase brengen en je doen opveren van je stoel. De meest schitterende, vitale dansen worden afgewisseld met prachtige chaconnes en wonderbaarlijk expressieve melodieën. Kortom alles waar dit programma voor staat: ‘Sigh’ voor melancholie waar deze muziek zo van doordrongen is en ‘Ecstasy’, voor vreugdevolle gevoelens als tegenhanger van de melancholie.
Zijn toneelmuziek stamt vooral uit zijn -als je daar bij Purcell tenminste over spreken kunt- latere jaren en werd na zijn dood gepubliceerd in ‘A Collection of Ayres, Compos'd for the Theatre, and upon other Occasions’ (Londen, 1697).
De muziek bij ‘The Gordion knot Unty'd’ (1691), naar het verhaal over de beroemde slag met het zwaard van Alexander de Grote, vormt eigenlijk een grote suite. Zeer Frans is hier wel het prachtige Rondeau à la Française, wat een treurigheid in zo’n klein stuk. In de Jig, een Ierse en Schotse dans die de Fransen overnamen als Gigue, zit een verstopte toespeling op het liedje Lilliburlero, een liedje dat populair was tijdens de ‘Glorious Revolution’, toen ‘onze’ Willen III het schopte tot koning van Engeland.
Ook Purcell’s prachtige muziek bij ‘The fairy Queen’ (vrij naar Shakespeare) heeft veel, zo niet alles te maken Willem III en zijn vrouw Mary. Ook hier de meest feeërieke dansen, prachtige muziek 'à la Chinoise', een verwijzing naar de voorliefde van Queen Mary voor Chinees porselein, zoals dat nog altijd te zien is op Paleis Het Loo. En iedere melodie en harmonie is onmiskenbaar afkomstig van deze grandioze componist. Het slotdeel van dit concert behoeft nauwelijks commentaar: het einde van de wanhopige Dido, die op een van de mooiste, Italiaans getinte, Lamento (klaagzang) ooit geschreven, een einde maakt aan haar leven nadat ze door Aeneas in de steek is gelaten. Iedereen kent het en iedereen is steeds weer in tranen. Als iets in je hoofd blijft hangen is het wel het ‘remember me, remember me’. Zelden heeft een componist het menselijk liefdesverdriet zo onnavolgbaar -en toch strak- weten te treffen. Dat lijkt mij precies de essentie van kunst.

Gerard van der Leeuw
Matthew Locke- Suite uit 'The Tempest'
John Blow - Chaconne in G, Songs1
Henry Purcell- Suite 'The Gordian Knot Untied'
Henry Purcell - Songs en Dances uit 'The Fairy Queen'1
Henry Purcell - Lament uit 'Dido and Aeneas' (Remember me)1
Concerten
wo20januari201020:15 Google Maps  Muziekgebouw aan 't IJ, Amsterdam
vr22januari201020:15 Google Maps  Lutherse Kerk, Utrecht
za23januari201020:00 Google Maps  Sint-Lambertuskerk, Helmond
zo24januari201020:15 Google Maps  De Oosterpoort, Groningen
do28januari201020:30 Google Maps  Toonzaal, 's-Hertogenbosch

  ReeksPeriodeWerken vanConcerten in
> From Sigh to Ecstasy januari 2010 jan 2010Blow, Locke, Purcell's-Hertogenbosch, Amsterdam, Groningen, Helmond, Utrecht